Porsche en de Targa Florio: voor eeuwig met elkaar verbonden!

Porsche historie 19 jul. 2025

Porsche en de Targa Florio. Ze zijn voor eeuwig met elkaar verbonden. Je verwacht het niet in Bella Italia maar Porsche heeft de meeste overwinningen van dit historische evenement achter zijn naam staan. Geen Italiaans merk dus bovenaan de ranglijst. En niet onbelangrijk, er zit een Nederlands tintje aan de Targa Florio: de ‘ouwe rotten’ in het racevak Toine Hezemans en Gijs van Lennep wisten beiden het evenement te winnen. Ze zijn nog steeds ‘wereldberoemd’ op Sicilië!

Gijs van Lennep circuit Targa Florio

Het meest tot de verbeelding sprekend

De ‘Targa Florio’ was één van de meest tot de verbeelding sprekende races ooit. Zijn status bij de autosportfans was vergelijkbaar met de F1 Grand Prix van Monaco, de Indy 500 of de 24 Uur van Le Mans. En de Targa Florio staat ook te boek als het oudste, serieus georganiseerde autosportevenement op de internationale autosportkalender. Van 1955 tot en met 1973 telde het mee voor het wereldkampioenschap voor sportwagens (World Sports Car Championship), het huidige FIA World Endurance Championship.

De Targa Florio race was in die tijd een circa 70 kilometer lange ronde over het eiland, met start en finish in Floriopolis. Een dorp genoemd naar de initiator van de wedstrijd, Vincenzo Florio, die in het dagelijks leven wijnboer was. De race werd na het jaar 1973 niet meer georganiseerd. Hij werd verreden op de openbare weg met serieuze racewagens. En dat ging ieder jaar een beetje harder. De risico’s werden domweg te groot en dat betekende het einde van de Targa Florio. Notabene Gijs van Lennep, één van Nederlands bekendste Formule 1 coureurs, won in 1973 de allerlaatste editie in zijn zilvergrijze Martini Porsche.

Vincenzo Florio

“Targa Florio winnen mooier dan Le Mans”

Winnen staat centraal in het leven van Gijs van Lennep. De geboren Aerdenhouter, vlak bij het Circuit Zandvoort, reed in alles wat los en vast zat. Hij begon zijn autosportcarrière in 1965 in de Formule Vee, nadat hij daarvoor met een VW Kever - de auto van zijn moeder – was begonnen met racen. Hij schopte het tot het hoogst haalbare in de autoracerij. Tussen 1971 en 1975 reed hij vier seizoenen in de Formule 1. Hij was verder de laatste winnaar van de Targa Florio en werd in 1999 door een Nederlandse vakjury nog uitgeroepen tot beste coureur van de eeuw. De vorige eeuw welteverstaan. Maar zijn grootste bekendheid verwierf hij in de jaren 70 in de sportscars, waarmee hij de overwinningen aaneenreeg.

In 1966 won hij de 1000 km-race in de Porsche 906 short tail en in 1970 won hij de Porsche Cup. Een jaar later snelde hij naar de overwinning in Le Mans met Dr. Helmut Marko in de Porsche 917 KH en in 1972 won deze veelzijdige coureur het Europees kampioenschap in de Formule 5000. In 1973 won hij de Targa Florio in de Porsche 911 Carrera RSR en werd hij vierde in Le Mans. Hij herhaalde zijn Le Mans-overwinning in 1976, opnieuw in de Porsche 936. Bij het grote publiek is hij dus vooral bekend als de man die als enige Nederlander twee keer de 24 Uur van Le Mans op zijn naam wist te schrijven. Maar zodra je hem vraagt naar zijn mooiste overwinning, antwoordt hij steevast: “Le Mans is fantastisch. Het is één van de mooiste races die er is, maar als je aan mij vraagt: “Wat vind je nou leuker om te doen, Le Mans winnen of de Targa Florio winnen? In mijn hart zeg ik, Targa Florio!”

De historische 911 Carrera RSR in Martini-kleuren

Porsche is onlosmakelijk verbonden met Van Lennep, want in 1973 wist hij met een 911 Carrera RSR de legendarische Siciliaanse race op het 72 kilometer lange Circuito delle Madonie te winnen. Het was het laatste jaar dat de race nog deel uitmaakte van het FIA World Sportscars Championship. En Gijs van Lennep was de laatste held van de Targa Florio, want na zijn overwinning werd het nooit meer hetzelfde. Het was het einde van een tijdperk. Ook voor Porsche betekende de 1973-overwinning met de Porsche 911 RSR iets bijzonders. Porsche was sinds 1956 tien keer als eerste geëindigd bij de Targa-party.

In de straten van Cerda, Collesano en Campofelice ging echter het gerucht dat een elfde overwinning zeer onwaarschijnlijk was. Want niet alleen was Porsches 'prototype' sportwagen uit 1973 een opgevoerde GT-auto, maar de 57e editie zou waarschijnlijk de laatste stuiptrekking van de Siciliaanse wegrace betekenen. Dus dat moest en zou een historische, Italiaanse overwinning worden. "Ik denk dat we wisten dat het de laatste zou zijn", zegt Gijs van Lennep erover, die de snelste van drie Carrera RSR-fabriekswagens zou delen met de Zwitser Herbie Müller. "Maar dat maakte ons van tevoren niets uit. We waren gewoon aan het oefenen, oefenen, oefenen: een hele week; minstens vijf of zes ronden per dag. We dachten nooit aan winnen vanwege die twaalfcilinder Ferrari's en Alfa's, maar we wisten dat we zouden finishen, want onze auto was zeer betrouwbaar."

Van Lennep’s drie eerdere Targa-starts sinds 1970 waren met volwaardige sportprototypes. Geen opgepepte coupé, zoals dat de 911 later was. Hij werd vierde bij zijn debuut in de Porsche 908/2 van Racing Team AAW, mede bestuurd door de ongelukkige Fin Hans Laine, die later op de Nürburgring zou verongelukken. Zijn tweede en derde deelname was met een uiterst potente Alfa Romeo T33/3, waarna in 1973 de beroemde Porsche Carrera RSR aan de beurt was.

"De officieuze training was gevaarlijker dan de race"

Porsche's endurance-aanpak werd in 1972 in een bepaalde richting gestuurd door de invoering van een minimumgewicht van 650 kg voor 3-liter prototypes. Omdat Stuttgart het gebrek aan vermogen niet meer kon compenseren en daardoor niet kon concurreren met de Formule 1-motoren van zijn rivalen Alfa Romeo en Ferrari, koos Porsche ervoor om de ontwikkeling op te pakken van de nieuwe generatie 911. Dat was meteen een mooi stukje promotie voor de nieuw op de markt verschenen 911-uitvoering. "We hebben in januari twee weken in Paul Ricard doorgebracht. Daar hebben we de RSR min of meer gemaakt," vertelt Van Lennep. "We hebben daar de hele achterwielophanging vervangen: afgezaagd, weer vastgelast, enzovoort. Nog eens 40 ronden. En nog eens. Moe na elke dag, maar aan het eind van de sessie was ik in fantastische conditie."

De RSR, een beetje vreemde eend in de bijt

De Targa Florio, met zijn ontelbare bochten en onophoudelijke hobbels en bulten, was ideaal terrein voor de RSR. Maar tijdens de officiële training was hij nog steeds meer dan drie minuten langzamer dan het snelste èchte prototype, de Ferrari 312 PR van Arturo Merzario, winnaar van 1972, die binnen 2,5 seconden van het ronderecord kwam. De kleine kans van Porsche op de overwinning werd wat groter toen de concurrentie volop problemen had. Clay Regazzoni, nieuw in deze eilandenrace, maakte een salto met zijn oppermachtige Alfa Romeo T33/TT/12. "Imdat je wist dat er geen vrachtwagens aan kwamen, kon je zelfs in blinde bochten de hele weg gebruiken. Er moet toen iets in de berglucht van Madonie hebben gezeten (het circuit steeg tot 590 meter): Andrea de Adamich crashte tijdens de race met de tweede Alfa en Jacky Ickx, die ook in de Targa debuteerde, werd gesignaleerd in een Ferrari zonder neus. Koploper Arturo Merzario werd gestopt door een kapotte brandstofpomp Volop ellende dus bij de Italianen.”  

Ook Porsche was niet immuun voor malheur. Giulio Pucci, zoon van Porsche's winnaar Antonio uit 1964, vernielde zijn RSR en racete met een T-car. Maar bij Gijs van Lennep was het in vergelijking een oase van rust: "De onofficiële training was gevaarlijker dan de race. Want overal was wel iets te beleven: dames in het zwart op een muilezel die hout voor de kachel haalden. Of schapen overal op de weg. Ik ben er ooit met een Alfa-straatauto gecrasht. Ik was toen ziek van de koorts, ik had niet moeten rijden. Ik kwam een vrachtwagen tegen. Dat ging niet zo goed. Geen blessure. Geen probleem. Maar het voorwiel aan mijn kant stond een beetje naar achteren.”

Wat een succes!

De Porsche Carrera RSR bleek een succes! Hij was voorzien van een luchtgekoelde zescilinder boxermotor, 3 mm uitgeboord tot 2993 cc en pas bij 8000 tpm ging hij het rode vlak in op de toerenteller. Hij was voorzien van Bosch-brandstofinjectie met nokkenasverstelling, dubbele bougiekoppen met grotere poorten en kleppen, aangepaste nokkenassen en een compressieverhouding van 10,3:1. Omdat titanium te duur werd bevonden waren de drijfstangen van gepolijst staal. De kracht werd overgebracht door een enkelvoudige racekoppeling naar een sperdifferentieel via een Type 915 vijfversnellingsbak die was voorzien van een oliepomp met een speciaal voordeksel. Het geheel functioneerde als een aparte koeler.

Hoewel hij enigszins moeilijk in bepaalde klasse te plaatsen was, behaalde dit handige wapen een sensationele overwinning bij zijn debuut – zelfs vóór de GT-homologatiedatum – tijdens de 24 uur van Daytona in februari, met dank aan Brumos Racing uit Florida en coureurs Peter Gregg en Hurley Haywood. Het seizoen van Martini Racing in de Europese rondes van het World Sports Car Championship begon in maart met een achtste plaats in Vallelunga, gevolgd door: een negende plaats in Dijon-Prenois, een zeldzame uitvalbeurt (motor) op Monza en een vijfde plaats op Spa-Francorchamps. Gijs van Lennep en Herbert Müller wonnen in dat jaar ook de niet-kampioenschapsrace van de Vier Uur van Le Mans. En dan was er natuurlijk de legendarische overwinning in de Targa Florio!

Tweede Nederlandse icoon: Toine Hezemans!

De tweede Nederlandse coureur met een grote naam in de Targa Florio is Toine Hezemans. Hij keerde in oktober 2022 terug naar het Siciliaanse eiland en nam met een Porsche 911 T aan de Classic Targa Florio. Hezemans schreef geschiedenis als coureur in de jaren 60, 70 en de beginjaren 80. Hij is meervoudig Nederlands toerwagenkampioen onder andere met de witte SRT-Porsche 911 (1969), is winnaar van het ETCC-kampioenschap in 1970 en 1973, streed begin jaren 80 met de rode Porsches van Georg Loos mee om de overwinningen in de DTM en miste op omstreden wijze het DTM-kampioenschap. Maar da’s een heel ander verhaal. Hij heeft zes keer deelgenomen aan de 24 uur van Le Mans en won de Targa Florio van 1971 samen met Nino Vaccarella in een Alfa Romeo 33/3. Geen Porsche dus. De Italianen vinden hem nog steeds een held! In 2022 nam de in Eindhoven geboren coureur deel aan de Targa Florio-regelmatigheidsrace met een Porsche 911 T in de kleuren van Scuderia Real Art on Wheels. Een auto die in 1969 met Ostini - "Nomex" - zegevierde in de Gran Turismo-categorie, het jaar waarin de in Stuttgart gevestigde autofabrikant een reeks opeenvolgende overwinningen vierde in de Madonie-race.

Een memorabele overwinning

Toine Hezemans zegevierde in de Targa Florio in 1971, waarbij hij met een iconische Alfa Romeo 33/3 naar de overwinning reed op het Piccolo Circuito delle Madonie, samen met lokale held Nino Vaccarella. Ze versloegen toen het Porsche-team. Uw Vierenzestig-redacteur herinnert zich deze overwinning nog als de dag van gisteren. Op dezelfde zondag was hij op Circuit Zandvoort vanwege nationale autoraces, waar hij Hezemans vaak had zien rijden. En aan het einde van de dag, toen het net stil geworden was, schalde de speaker over het circuit om te melden dat Toine Hezemans de Targa Florio gewonnen had. Dat was een bijzonder moment in de Nederlandse autosport, want internationaal gezien stelde Nederland in die dagen niet zo heel veel voor.   

“Ik ben een liefhebber van Sicilië en de Targa Florio, die altijd unieke emoties oproept, zoals zo'n tien jaar geleden het geval was toen ik terugkeerde om te racen in de iconische eilandenrace, achter het stuur van een historische auto. Deze keer krijg ik dankzij een vriend de kans om te racen in een prestigieuze Porsche die de GT 2.0-categorie won in de editie van 1969, bestuurd door Gianpiero Moretti, oprichter van MOMO”, vertelde Toine Hezemans in 2022 over de Targa Florio en vervolgde: “In die jaren heerste er een werkelijk unieke sfeer, met fans die vanaf de vroege ochtenduren de baan vulden. Ik herinner me met plezier de geweldige steun die ze Nino en mij in 1971 gaven, niet alleen door ons aan te moedigen, maar ook door ons te helpen toen onze auto van de weg raakte, en ons te pushen tot we weer konden starten.” Mooie taferelen met Italiaanse tifosi, een sfeer die uniek is.

De oudste endurance-race ter wereld

Aan het begin van de twintigste eeuw was de auto nog een soort mysterieus object. Weinigen hadden er ooit één gezien, en nog minder mensen konden zich er één veroorloven. Stel je dan een autorace voor: een luxe voor de rijken, de edelen en een paar gekken die bereid waren hun leven te riskeren. Het is moeilijk te zeggen of dit de ware gedachte was van een man of vrouw in 1905, maar het is zeker dat auto's aan het begin van de eeuw een schaars goed waren. Net zoals het zeker is dat men toen al een fascinatie had voor de auto. Er hing iets mysterieus omheen: die massa metaal, mechanische onderdelen, explosies, rook, benzine en olie, die de mens tot voorheen onvoorstelbare snelheden kon voortstuwen. Het dreef hen naar steeds grotere prestaties. Deze fascinatie betoverde in ieder geval Don Vincenzo Florio, een rijke inwoner van Palermo, die de Targa Florio heeft bedacht. De oudste endurance race voor auto's. We kennen de geschiedenis van deze wedstrijd die niet alleen succes bracht aan de in Stuttgart gevestigde sportwagenfabrikant, maar ook zijn naam gaf aan de zogenaamde Porsche Targa’s.

De originele Targa Florio-route: het Madonie Circuit

Om de route te bestuderen, vertrokken Florio en Desgrange vanuit Campofelice di Roccella, een gemeente in de provincie Palermo. Het door hen beiden ontwikkelde circuit, ook bekend als het Madonie Circuit, besloeg een afstand van 148,823 kilometer en deed verschillende gemeenten in het Madoniepark aan. De door Florio ontworpen route liep specifiek door de gemeenten Cerda, Caltavuturo, Castellana, Petralia Sottana, Petralia Soprana, Geraci Siculo, Castelbuono, Isnello en Collesano.

Deze route, die van 1906 tot 1911 daadwerkelijk voor de wedstrijd werd gebruikt, bleek bijzonder moeilijk. De stoffige wegen stelden de betrouwbaarheid van de auto's zwaar op de proef, evenals de vaardigheden van de coureurs. Zij moesten het ruige terrein, de aanwezigheid van dieren en talloze onverwachte gebeurtenissen trotseren, om de prestigieuze race te winnen. Vanwege het succes van de race werden ook twee andere circuits gecreëerd: een middellange, 108 kilometer lange route, en een kortere, 72 kilometer lang. Het eerste circuit werd gebruikt tot 1930, terwijl het tweede tot 1977 actief bleef.

Ode aan een legendarische race

Op het eiland Sicilië, in het pittoreske dorpje Collesano, ligt het Targa Florio Museum verscholen. Een bezoek is absoluut de moeite waard, al is het alleen al vanwege de route ernaartoe. De weg vanaf Florio Polis, het oude start- en finishpunt van de race,  slingert zich spectaculair door het ruige landschap. Het geeft je een indruk van wat coureurs vroeger hebben moeten doorstaan tijdens deze gevaarlijke en bochtige wegrace. Verwacht geen flitsend museum vol glanzende racewagens van merken als Porsche, Ferrari of Alfa Romeo. In plaats daarvan vertelt het museum op een sobere, maar indrukwekkende manier het verhaal van de Targa Florio. De expositie bestaat uit oude foto’s, vergeelde racepakken op paspoppen en afgedankt gereedschap. Een tijdlijn in objecten. Niet groots, maar wel authentiek.

Collesano: tijdcapsule in de bergen

Collesano zelf is een juweel. Gelegen in een diep dal, omringd door hoge bergen, lijkt het alsof de tijd er heeft stilgestaan. In de smalle straatjes zie je vooral oudere inwoners, vaak boven de zeventig. Hun leeftijd komt overeen met die van de helden uit de laatste edities van de race tussen 1970 en 1973. Stirling Moss, Helmut Marko, Toine Hezemans, Gijs van Lennep. Je ziet ze met hoge snelheid door deze straten scheuren, richting de bergpassen. Je fantasie gaat op hol. Je verbind de oude mannen die nu op straat zitten met de beelden van weleer: mensen langs de route, op balkons, daken en heuveltoppen, juichend en ademloos toekijkend. Het museum is hun monument, een ode aan de glorietijd van de Targa Florio.

Wanneer verleden en heden samenkomen

Op het moment dat ik als Vierenzestig-verslaggever arriveer bij de ingang van het Targa Florio Museum, rijdt er net een groep Porsche-rijders weg. De straat is vol met glimmende, moderne uitvoeringen. Alsof het verleden even werd aangeraakt door het heden. Een soort bedevaart naar een heilige plek voor Porsche liefhebbers. Toeval? In het ietwat mystieke Collesano bestaat dat niet.

Targa Florio, de onbetwiste heerschappij van Porsche

In zijn meer dan honderdjarige geschiedenis heeft de Targa Florio talloze winnaars gekend, zowel coureurs als auto's. Eén van de meest succesvolle merken langs de wegen van het Madonie Park is ongetwijfeld Porsche. De fabrikant uit Stuttgart heeft de Targa Florio elf keer gewonnen en daarmee zowel Alfa Romeo (10 overwinningen) als Ferrari (7 overwinningen) overtroffen. In totaal heeft Porsche 32 keer het podium bereikt: naast de gouden medailles behaalde Porsche negen tweede plaatsen, twaalf derde plaatsen en acht snelste ronden.

De eerste overwinning kwam in de 40e editie van de wedstrijd, in 1956. Bij die gelegenheid behaalde Umberto Magliolo, de berijder van de Porsche 550 Spyder, de eerste plaats. Ter ere van dit succes werden de zogenaamde Porsche Targa-modellen in het leven geroepen. Drie jaar later behaalde de Porsche 718 RSK het podium, een succes dat in 1960 en 1963 werd herhaald. In 1964 was het de beurt aan de Porsche 904. Vanaf 1966 begon een soort onbetwiste dominantie voor de fabrikant uit Stuttgart: tot 1970, met steeds andere auto's en coureurs, zegevierde de fabrikant uit Stuttgart steevast.

De naam leeft voort

Porsche’s laatste overwinning, met de 911 Carrera RSR met Gijs van Lennep aan het stuur, dateert uit 1973. Deze editie was de laatste Targa Florio in oude stijl. Vier jaar later werd de race zelfs opgeschort en omgevormd tot iets anders. In deze nieuwe vorm wordt de Targa Florio tot op de dag van vandaag nog jaarlijks verreden. De naam leeft dus nog voort, de roemruchte, oude gloriedagen zijn definitief geschiedenis.

Foto's: Porsche Newsroom, Porsche Nederland, Peter Vader.

Tags

Onze Sponsors