Dit weekeinde viert Tijmen van der Helm niet alleen zijn 21e verjaardag, zondag om precies te zijn, maar is hij ook een van de drie Nederlandse deelnemers in de hoogste prototypeklasse tijdens de Rolex 24 At Daytona. In Florida begint hij aan zijn derde seizoen in de Porsche 963 van het Amerikaanse team JDC Miller Motorsports. In Daytona sprak Tijmen van der Helm met Vierenzestig over zijn fascinatie voor de Amerikaanse racerij, zijn ervaringen tot nu toe en zijn verwachtingen voor het seizoen.
“Kom maar even in de trailer, daar is het warmer.” Als we Tijmen van der Helm op donderdagmiddag in Daytona spreken, is het ijzig koud. Winterse omstandigheden is niet wat een mens in Florida verwacht en hoewel het tijdens het weekeinde wat beter en in ieder geval zonnig wordt, is het in Daytona minstens tien graden kouder dan normaal gesproken in deze tijd van het jaar. “Dat kon tijdens de race best nog wel eens een dingetje worden, zeker omdat bandenwarmers hier verboden zijn. In de nacht, met temperaturen net boven het vriespunt, wordt dat spannend”, zegt Van der Helm. “Maar goed, dat is voor iedereen hetzelfde.”
Hij rijdt voor het derde jaar op rij in de Amerikaanse klassieker en voor de tweede keer in Daytona met de Porsche 963 van JDC Miller Motorsports, want in 2023 kwam de klanten-Porsche voor het team van John Church pas later in het seizoen en moest Van der Helm het racejaar nog beginnen met een LMP3, ook geel, toen met het opschrift: ‘My other car is a Porsche’. Vorig jaar was het voor de Delftse rijder dus zijn eerste optreden in Daytona met de 963. Hoe kijkt hij daar nu, een jaar later, op terug? “Naderhand bleek dat we vorig jaar in de race een gat in de bodem hadden, waardoor we de laatste paar uur een ‘sitting duck’ waren, daarmee konden we niets uitrichten.”
Hoe verliep de voorbereiding met de ‘Roar’ en de trainingen ditmaal? “Eigenlijk best goed”, aldus Van der Helm. “Het is lastig te zeggen waar we precies staan, want iedereen speelt altijd een spelletje. Pas in de race kun je echt zien of we erbij zitten of niet, maar we moeten proberen ons grotendeels op de Porsches te focussen en daar proberen het tempo bij te houden, vooral de fabrieks-Porsches, en momenteel ziet dat er best goed uit. Ik denk dat we de auto behoorlijk goed voor elkaar hebben. En dan hopen we natuurlijk dat het weer een beetje meezit. Als de auto heel blijft, dan moet het best goed kunnen gaan.”
Onlangs kondigde JDC-teambaas John Church aan, met Van der Helm een “meerjarige overeenkomst” te zijn aangegaan. “We gingen halverwege het afgelopen seizoen al met elkaar in gesprek”, vertelt de Nederlandse rijder. “Het was van beide kanten vrij duidelijk wat de intenties en de verwachtingen waren. Het team was heel erg tevreden hoe het de afgelopen twee jaar was gegaan en wij waren blij met de mogelijkheid om hier te rijden, dus het was eigenlijk allemaal best makkelijk, het kwam vrij vlot rond.”
Hoe kwam het contact tussen Van der Helm en het team destijds eigenlijk tot stand? “Dat kwam door allerlei connecties”, zegt hij. “Ik was toen op zoek naar een stoeltje, mijn eerste jaar LMP2, en via, via werd ik in contact gebracht met dit team. Het eerste jaar was alles nieuw, alles een beetje uitzoeken, aan elkaar wennen, veel leren. Dat beviel goed en zo zit ik hier dus nog steeds!”
Het was voor Van der Helm wel vanaf het begin af aan duidelijk dat hij naar Amerika wilde: “Ik vind IMSA leuker dan WEC: de sfeer, de circuits, het is leuker racen, je wordt wat meer vrijgelaten, het bevalt me aan deze kant van het water uitstekend!” Terugkijkend op het afgelopen jaar, zijn eerste volledige seizoen met de Porsche 963, zegt Van der Helm: “We moesten in eerste instantie vooral met het team veel stappen maken. We liepen best vaak achter de feiten aan, soms bepaalde kleine dingetjes die fout gingen, maar we hebben gelukkig wel een podium kunnen pakken. Voor de komende jaren willen we nog wel wat betere resultaten bereiken dan we tot nu toe hebben behaald.”
Voor het komend seizoen heeft Van der Helm een duidelijke ambitie: “Ik wil wel een paar podiumplaatsen behalen. We komen constant dichterbij het fabrieksteam. Sommige weekenden hangt het gewoon van de ‘BoP’ af, dan is het lastig om te vechten, maar ik denk dat we toch wel vaker de kans krijgen om het fabrieksteam te verslaan en mee te strijden voor het podium. Als je kijkt naar het hele kampioenschap denk ik dat we voor de zesde, zevende plaats zouden moeten kunnen strijden, wat zeker niet verkeerd is in zo’n sterk veld.”
Road Atlanta noemt Van der Helm zijn favoriete evenement, ook omdat het circuit hem goed bevalt. Dat is bijvoorbeeld met Daytona een stuk minder, zo geeft hij toe: “De baan bestaat eigenlijk maar uit een paar bochten, dat is niet zoveel speciaals, maar als de race gaande is met zoveel verkeer op de baan en de hele sfeer eromheen, het totale plaatje, dat is dan wel weer leuk.”
Gevraagd naar andere evenementen die hij nog zou willen rijden zegt hij: “Ik heb de afgelopen jaren vrijwel altijd twee kampioenschappen gereden, maar voor dit seizoen is het de bedoeling om zoveel mogelijk te focussen op het IMSA-programma, daar wil ik gewoon de beste prestaties behalen. Als dat bereikt is, dan wil ik wel weer iets ernaast doen, zoals vorig jaar, toen ik ook met GT’s gereden heb. Het is top om telkens de overstap van de ene naar de andere auto te maken, drukke weekenden achter elkaar, maar nu kan ik me voor honderd procent op deze serie richten, dat is ook wel goed.”
Wonen in de Verenigde Staten is voor Van der Helm voorlopig geen optie: “Ik zit in Nederland heel lekker, de noodzaak is er niet echt, want meestal zitten er drie weken of soms wel een maand tussen de races. Bovendien werk ik ook in ons familiebedrijf met mijn vader als ik thuis ben, we doen voornamelijk logistiek en transport.”
Rest tenslotte nog de vraag wat het voor Van der Helm betekent om met Porsche te kunnen racen. Daarop antwoordt hij: “Het is een prachtig merk. Ik streef er natuurlijk naar om fabrieksrijder te worden, daar spreek ik af en toe ook wel met Porsche over. Ik denk dat Porsche wel een van de mooiste merken is om dat bij te kunnen doen, dus daar werk ik aan. Ik ben blij om het zo te kunnen opbouwen zoals het nu gaat, voel me er erg thuis. En als de resultaten er zijn, wie weet wat er dan verder uitkomt.”
Foto’s: Porsche AG/Jürgen Tap (Instagram: @jtap)