Zoek
Sluit dit zoekvak.

24 Uur van Le Mans: achter de schermen

Vierenzestig.nl was afgelopen week bij de 24 Uur van Le Mans. En was daar bepaald niet alleen: in totaal waren er volgens de organisatie 325.000 mensen aanwezig, een record waarmee het een van de grootste sportevenementen in de wereld is. Wat normaliter niet zichtbaar is, is hoe de berichtgeving vanuit Le Mans tot stand komt. Vandaar, exclusief, een blik achter de schermen.

Voor uw verslaggever was het al de 22e of 23e keer bij de 24-uursrace en in combinatie met Le Mans Classic waarschijnlijk al iets van de 26e of 27e keer in Le Mans. De laatste jaren voert de route altijd via Rouen, wat weliswaar een kilometer of zestig verder is, maar wel het risico op files op de Péripherique van Parijs uitsluit, wat een groot voordeel is. Eigenlijk was het gepland om de reis per Porsche 911 te maken, de auto met Touring-pakket die onlangs al bij Vierenzestig.nl-collega Robin Groenendijk logeerde, maar dat feest ging niet door omdat er een barst in de voorruit van de 911 bleek te zitten en reparatie te lang zou duren. Vandaar dat de rit per Citroën C5 Aircross verliep, ook geen straf.

Toen op dinsdag de kinderen naar school waren, volgde het vertrek naar Frankrijk, via Maastricht, Namur, Mons, Amiens en Rouen naar Le Mans. De reis verliep vlot. Onderweg zagen we meer en meer Engelsen met bestickerde auto’s, van wie het meteen duidelijk was wat hun bestemming was. Er wordt wel eens gezegd dat de 24 Uur van Le Mans de grootste Engelse autorace is die toevallig in Frankrijk plaatsvindt, daar zit zeker wat in.

Een kilometer of 20 voor Le Mans staan er langs de Autoroute al bruine borden die in Frankrijk altijd wijzen op toeristische attracties en de liefhebber herkent natuurlijk direct de Porsche 956: we zijn er bijna! Eenzelfde gevoel, zo weten we uit ervaring, krijg je als je, vanuit Parijs komend, de twee torens van de kathedraal van Chartres aan de horizon ziet opdoemen. Rond een uur of vier waren we in Le Mans, waar we eerst bij een lokale supermarkt wat flessen water en wat andere verfrissingen insloegen en de tank vol gooiden (op één tank naar Le Mans hadden we met de Porsche niet gered!), alvorens bij het circuit in het accreditatiecentrum een toegangs- en parkeerkaart op te halen. Ook dat verliep allemaal probleemloos en zonder lange wachttijden.

Favoriet hotel

Al jarenlang is Hotel de France in La Chartre-sur-le-Loir het vaste onderkomen van uw redacteur in de buurt van Le Mans. Het is een kilometer of 40 van het circuit, maar de omweg is de moeite waard: het hotel, al ruim een eeuw oud, kent een rijke autosporthistorie, heeft een uitstekende keuken, een gezellig terras en een schaduwrijke tuin en je ontmoet er altijd leuke mensen. Coureurs Jacky Ickx en Derek Bell zijn er bijvoorbeeld al decennialang vaste gasten. Ditmaal was het niet gelukt om er voor een normale prijs een kamer te krijgen: vanwege het honderdjarig jubileum van de race was alles volgeboekt. Vandaar dat er een alternatief gevonden was in de vorm van het Hotel de la Gare, tegenover het station (je verzint het niet!) in Château-du-Loir. In ieder geval konden we in Hotel de France terecht voor het diner op dinsdag, een bijzonder plezierige avond met Belgische collega’s.

Op woensdag betrokken we onze werkplek in het perscentrum op het circuit. Dat bevindt zich op de tweede etage van het pitgebouw, twee langgerekte zalen met enkele honderden plaatsen waar schrijvende journalisten en fotografen hun werk kunnen doen. In totaal waren er, zo hoorden we, 1.300 mensen van over de hele wereld in Le Mans als pers geaccrediteerd. Daartoe behoren verslaggevers van de grote dagbladen en persagentschappen, gespecialiseerde auto- en autosportmagazines en websites, maar ook, zo hadden en hebben we ieder jaar weer de indruk, ook vrij veel hobbyïsten, voor wie het bezoek aan Le Mans een leuk uitje is. 

Het aantal werkplekken is dan ook bij lange na niet voldoende: het helpt als je er al jaren komt en de juiste mensen kent. Dan krijg je bijvoorbeeld ook (zoals wij) een tafeltje met een afsluitbaar kastje eronder, zodat je niet constant met al je spullen hoeft rond te lopen, wat wel het geval is als je een van de opklaptafeltjes aan de raamkant hebt, waar het ook nog eens bloedheet wordt als de zon erop staat. En laten liggen is ook geen optie, want er wordt flink gestolen.

Buiten werken

Gelukkig hadden we dankzij de welwillende medewerking van de fabriek toegang tot de team- en media-hospitality van Porsche, een gebouw van twee etages op het binnenterrein van het circuit, waar het wel prima toeven was. Voorzien van airco, goede service, dito catering en ook een terras waar het dankzij snelle wifi prima werken was. Een stuk beter dan in dat drukke en benauwde perscentrum! Bovendien kwamen geregeld rijders en teamleden langs, altijd een goede gelegenheid om even bij te praten, en kon via grote beeldschermen de actie op de baan gevolgd worden.

De “hospi”, zoals het tijdelijke gebouw steevast genoemd wordt, was niet het enige bouwwerk van Porsche op het binnenterrein van het circuit. Direct achter de pitboxen stonden de trailers met daartussen een complete structuur als een soort mobiele werkplaats voor reparatie aan de auto. Sympathiek: waar deze ruimten doorgaans hermetisch afgesloten zijn en pottenkijkers door gekleurd tentzeil op afstand gehouden worden, had Porsche een aantal vensters aangebracht, zodat de activiteiten binnen gevolgd kunnen worden, en ook twee beeldschermen waarop vanuit de paddock te zien was wat er in de pitbox gebeurde. Hetzelfde was er tegenover, waar op elkaar gestapelde portacabins stonden, die als tijdelijk onderkomen voor de coureurs dienden, en waar complete carrosseriedelen klaar stonden, mocht snelle vervanging door schade nodig zijn. Naast een onderdelentrailer van Porsche was er ook een van Multimatic, de Canadese fabrikant van het chassis van de 963.

Village

In de Village, waar diverse fabrikanten een promotie- annex verkoopruimte hadden, was er ook een afdeling van Porsche. Buiten stonden de klasse-winnende 911 RSR uit de race van vorig jaar en een 911 GT1 uit 1998 opgesteld, binnen was de motor van een 917 te zien en was er een ruime keuze aan merchandise. T-shirts met het speciale veelkleurige ontwerp van de 963 uit de race erop waren gedrukt in een oplage van 1.000 en waren op donderdag al uitverkocht, ook andere items gingen grif van de hand. Modelauto’s van de 963 zijn er nog niet, maar reken maar dat die ook weggaan als warme broodjes.

Klanten en belangrijke gasten konden tijdens de racedagen terecht in het Porsche Experience Centre, aan de buitenkant van het circuit ter hoogte van de Ford-bochten, de laatste bochtencombinatie voor start en finish. Vroeger was dat de plaats van het enorme reuzenrad, maar sinds Porsche daar zijn domicilie heeft, staat het reuzenrad enkele tientallen meters verderop. Hier was flink uitgepakt om het de gasten naar de zin te maken, inclusief ruimtes met simulatoren, een loungegedeelte en een restaurant waar “live” gekookt werd en er kon worden gekozen uit een exquis aanbod van culinaire heerlijkheden, van tartare en langoustine tot meerdere soorten vlees en vis, vegetarische gerechten en heerlijke desserts. 

Ook op vloeibaar gebied bleef er geen wens onvervuld, met Pommery-champagne, een witte mousserende Duitse wijn, drie verschillende witte wijnen (Chardonnay, Pinot Bianco en Pinot Grigio), een rosé en twee rode wijnen, een Bordeaux en een Rioja. Cocktails? Die waren er ook, zowel met als zonder alcohol, en tussendoor de nodige snacks, van pastramisandwich tot de in Duitsland (en bij Duitse merken) onmisbare currywurst. Het was er aangenaam toeven, zo mochten we op zondag vaststellen, toen we voor een paar uur de beschikking hadden over een van de roulerende toegangskaarten voor dit Walhalla. Daar kon je het wel een tijdlang uithouden!

Buiten stonden er enkele prachtige auto’s, waaronder een vroege 911 Turbo in donkergroen, een van de eerste 356 cabrio’s, een rijtje supercars met 959, Carrera GT en 918 Spyder en enkele race-Porsches als de RS Spyder, de 961 en een 944. Een leuk object was ook een 911 in de grindbak voor het gebouw, waarin een hoofd, romp en benen van een gigantische pop waren ingegraven, alsof die de 911 als speelgoedautootje in handen had.

Porsche Media Camp

Vanaf vrijdag verruilden we ons hotel voor een onderkomen op het circuit in het zogeheten Porsche Media Camp. Tot en met 2019 was dat al een goede traditie, met campers waarin twee gasten van Porsche konden slapen, iets dat we een aantal jaren met veel plezier deden. Enkele jaren was er geen Media Camp (dat was al besloten voordat er sprake was van corona), maar met de terugkeer van Porsche op het hoogste niveau werd deze traditie in ere hersteld. Ditmaal echter niet met campers, maar met individuele slaapcabines van ongeveer drie bij twee meter, voorzien van een bed, een koelkastje, een ventilator, een kluisje en een rekje om kleding op te hangen. Meer heeft een mens op een circuit feitelijk ook niet nodig. Een poster van een Porsche 963 aan de muur maakte het geheel af, een plantje en een lampje op de koelkast maakten het nog een beetje gezellig. 

Toiletten en douches bevonden zich in cabines op het met hekken omzoomde Porsche-terrein, waar dag en nacht bewaking aanwezig was en een schoonmaakploeg ook alles netjes hield. We sliepen er prima (al was het in de nacht van zaterdag op zondag tijdens de race wat kort, maar daar kozen we zelf voor) en het was allemaal perfect geregeld. Het allergrootste voordeel was, dat de auto drie dagen lang op dezelfde plek kon blijven staan, wat heel veel tijd in de file bij aankomst en vertrek scheelde, want 325.000 bezoekers zorgden voor flink wat verkeer, op elk uur van de dag of nacht.

Op vrijdag konden de gasten van Porsche, waartoe wij ook behoorden, per tram naar de binnenstad van Le Mans, waar Porsche zijn officiële persconferentie aan de vooravond van de race hield (zie hier ons verslag: https://www.vierenzestig.nl/86121/porsche-persconferentie-24-uur-van-le-mans/). Aansluitend vond in de stad de traditionele rijdersparade plaats, waarvoor ook ruim 100.000 mensen op de been waren. Porsche had de bovenetage van Brasserie Madeleine (voorheen Kanterbräu) afgehuurd, waar wij als aanwezigen onder het genot van een prima lunch en heerlijke vloeibare verfrissingen (o.a. goed gekoelde champagne) de parade konden volgen. Zo is het goed uit te houden!

’s Avonds hadden we met alle journalisten die bij Porsche te gast waren een barbecue in het Porsche Media Camp, waar inmiddels ook het showmodel van de 963 stond opgesteld, die die middag bij de persconferentie op het toneel stond. Ook een 911 GT3 R en twee Taycans waren er, een van een Zwitser, voorzien van daktent, en een waarmee twee Nederlandse journalisten naar Le Mans gekomen waren. Mensen die langsliepen keken verlekkerd naar hoe wij daar van alle heerlijkheden van de barbecue genoten en ook nog eens zo’n mooi wagenpark als uitzicht hadden.

Maar aan alles komt een einde, en zo togen we, na nog een nacht goed geslapen te hebben – we waren de enigen, want alle andere journalisten waren op zondag direct na de race al vertrokken – en na een laatste Frans ontbijt in een naburig dorp, weer huiswaarts.

Dankzij Porsche konden we op een bijzonder comfortabele wijze ons werk doen en genieten van een geweldige race. Vanuit Porsche-perspectief zat het gedroomde resultaat er ditmaal niet in, maar er is altijd een volgende kans. We komen in 2024 graag terug!

Foto’s René de Boer, Frits van Eldik, Georges de Coster

Advertenties
Logo-LUXURY-INS-horizontaal-wit
64-banner
Dia1

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.