De Porsche 356 Speedster van Evert-Jan Huzen
Evert-Jan Huzen lag in de jaren ’60 als jeugdige plaatwerker te sleutelen aan een Volkswagen, toen een 356 Speedster met Duits kenteken de werkplaats binnen kwam rijden. Hij was meteen verliefd. Nu, ruim een halve eeuw later, heeft Huzen er zelf een, die hij restaureert in een schuur naast zijn boerderij in Nieuwleusen.
Knock-off wielen
“Dat beeld van die Speedster die langzaam op me af kwam rijden, terwijl ik daar op de grond lag, is me altijd bijgebleven”, zegt Evert-Jan Huzen. De 66 jaar jonge inwoner van Nieuwleusen werkte destijds als plaatwerker bij VW-garage Berendsen en de Graaf in Zwolle. “En als je VW-dealer was, was je in die tijd ook automatisch Porsche-dealer. Zo kwam het dus dat ik mijn eerste 356 Speedster zag. Schuin van onderen terwijl ik op de grond lag te lassen. De auto was van een Duits echtpaar dat was gestrand met panne. Ik vond het meteen een prachtig model en kan me nog goed herinneren dat er van die knock-off wielen onder zaten met een centrale wielmoer. Omdat ze in Nederland bijna niet werden verkocht, zag je er nooit een in het echt. Ik nam me voor om later, als ik groot zou zijn, ook een Speedster te kopen. Het heeft wel wat langer geduurd, maar nu staat ‘ie hier dan toch.”
Bob Hahn
Evert-Jan Huzen was op zijn dertiende al met bromfietsen aan de gang en had behalve zijn plaatwerkersdiploma ook een monteursdiploma op zak, toen hij op 17-jarige leeftijd begon bij de Zwolse VW-dealer. “Het was de beste baas die ik heb gehad, zegt Huzen. “Ik ben er drie keer weg gegaan omdat ik dacht dat ik het beter kon krijgen, maar mocht steeds weer terugkomen. Een Speedster was in die tijd niet aan de orde, maar toen ik 21 was, had ik twee 356’s. Die auto’s waren in die tijd weinig waard. Maar een Speedster bleef iets bijzonders. Vroeger kwam Bob Hahn wel bij mij over de vloer en ik weet nog dat hij en Willo Morsink het altijd over de 356 Speedster hadden. Maar een jaar of dertig geleden was er niet één in Nederland. Later hoorden we dat Wolter Gratama er een had gekocht, maar ook bij de 356 club heb ik in die jaren nooit een Speedster gezien. Nu zijn er misschien 25 in Nederland, maar dat is – net als die van mij – allemaal Amerikaanse import.”
200 gulden
Huzen begon na zijn loopbaan als plaatwerker voor zichzelf met de handel in auto’s. “Ik begon met VW’tjes en allerlei ander spul, maar na verloop van tijd specialiseerde ik me vooral in Porsches. Er stonden hier altijd wel een stuk of zes, zeven auto’s tegelijk. Sommige mooi, andere echte slopers. De wrakken sloopte ik en zo had ik altijd een flinke voorraad onderdelen, die door liefhebbers van klassieke Porsches uit heel Nederland werden gekocht. Ook nu nog heb ik altijd wel een paar klassieke Porsches staan. Als ik terugkijk op wat ik allemaal heb verkocht en zie wat het nu waard is, dan verbaas ik me wel eens. Er is een tijd geweest dat je voor een paar honderd gulden een 356 kocht. Ik had op 20-jarige leeftijd twee 356’s; een uit 1952 en een uit 1953. De ene kostte 200 gulden en de andere 225 gulden. Die laatste was duurder, want dat was een cabrio. Ze hadden een hele slechte naam, dus ze kostten niets.
Verenigde Staten
Huzen kocht zijn Speedster vijf jaar geleden. “Ik leerde begin jaren negentig een man kennen, die op de oldtimerbeurs in Zuidlaren stond. Het was nog in de guldentijd. Hij had twee Speedsters bij zich van een kennis en die auto’s kostten destijds 125.000 gulden per stuk. Ik kon dat bedrag toen niet betalen, maar ik heb wel altijd contact gehouden met hem. Ik heb lang getwijfeld, maar het was mijn vrouw die me er een jaar of zes geleden van overtuigde dat het er maar eens van moest komen. Zij zei; ‘je wilt al zo lang zo’n auto, nou moet je het ook gewoon eens doen’. Ik zei tegen die man die ik in Zuidlaren had ontmoet dat als hij er een zou tegenkomen in de Verenigde Staten, dat ik me dan aanbevolen hield. Eerst kwam hij op de proppen met een Roadster, maar die bleek heel slecht. Niet veel later stuurde hij foto’s van een geel exemplaar. De auto stond in Amerika bij een beetje een zonderling figuur, die hoog in de bergen woonde. Hij was daar naartoe verhuisd nadat hij in een dorpje ruzie had gekregen met zijn buren. Je kon dan ook alleen bij hem komen als het echt droog was. Ik kocht de auto op basis van de beschikbare informatie en het advies van die kerel uit Zuidlaren, maar het duurde nog vrij lang voordat ze hem naar de haven konden brengen vanwege de weersomstandigheden.
Afwateringsgaten
