De Porsche 916 is niet een van de meest bekende Porsches. Vrijdag ging er in Parijs een onder de hamer en wisselde voor ruim 950 duizend euro van eigenaar.
Dat de 916 bij velen wellicht geen lampje doet branden is niet zo verrassend. De auto kwam eigenlijk niet verder dan het projectstadium en slechts elf werden er gebouwd. Het idee achter de 916 was om een concurrent voor de Ferrari 246 Dino in de markt te zetten. De basis was de 914/6, met dikkere wielkasten, een aërodynamischer front en achterzijde en een stijvere carrosserie, doordat het targadak plaats maakte voor een vaste stalen constructie.
Motorisering
Als motorisering kon er gekozen worden uit de 2.4 liter afkomstig van de 911 S of de 2.7 liter uit de 911 Carrera RS. Ook rem- en ondersteltechniek werd overgeheveld uit de 911. En je voelt hem al aankomen, alle goede ideeën ten spijt, was de 914 nog het instapmodel, de 916 ging wat prijs betreft naar de andere kant van het spectrum. De auto bleek niet rendabel en zou duurder worden dan de duurste 911, die op dat moment ook geen verkooprecords brak. Het bleef dus bij elf exemplaren. Vijf daarvan bleven in handen van de families Porsche en Piëch.
Brutus
En dat brengt ons in Parijs, bij de familie Piëch én de motorisering. Want in Parijs ging dus een van deze 916’s onder de hamer, maar deze 916 was nog net even iets specialer. Bijgenaamd ‘Brutus’ was deze 916 het eerste prototype. En die naam Brutus kwam niet zomaar uit de lucht vallen, de bruutheid zat hem namelijk in de aandrijving. Deze proto had geen 2.4 of 2.7 liter onder de motorkap, maar de meer dan 300 pk sterke 2.9 liter uit de 911 RSR. Dit was ook de enige 916 die gebouwd werd met het 2.9 liter blok. Eigenares en naamgever van deze 916 was Corina Piëch.
Corina Piëch had de Porsche enkele jaren in bezit waarna de auto in het bezit kwam van een in Duitsland gestationeerde leger kolonel. Bij terugkeer, werd de Porsche geëxporteerd naar Amerika en belandde uiteindelijk voor enkele jaren in opslag. De auto werd gevonden door een grote verzamelaar die hem doorverkocht aan een verzamelaar met een voorliefde voor competitie Porsches. De staat van de auto was op dat moment niet echt om over naar huis te schrijven, maar na een uitgebreide en zorgvuldige restauratie die drie jaar duurde, werd Brutus bij het Amelia Island Concours d’elegance in 2017 als herboren gepresenteerd.
Prijskaartje
Veilinghuis Artcurial veilde de auto in Parijs bij Salon Rétromobile. Het prijskaartje lag tussen de 800 duizend en 1,2 miljoen euro. Spot on, want de portemonnee werd bruut opengetrokken en de nieuwe eigenaar betaalde uiteindelijk 953 duizend euro.
De overige Porsches bij Artcurial
Tien Porsches passeerden de veilinghamer, maar slechts vijf wisten van eigenaar te wisselen. Miljoenen lagen in het verschiet voor een 550 A Spyder, maar verkoop strandde bij een hoogste bod van 3,3 miljoen euro. Brutus de 916 werd daarmee de duurste Porsche bij dit veilinghuis. Ook een Carrera GT verkocht niet. Deze had minder dan 2000 km op de teller en werd in Europa geleverd. Daarmee lijken de prijzen voor dit type wel over hun top heen.
De resultaten,
1956 Porsche 356 A 1600 cabriolet, est. €150.000 – 200.000 HB €140.000
1957 Porsche 550 A Spyder, est. €3.800.000 – 4.000.000 HB €3.300.000
1953 Porsche 356 Pre-A 1500 Super Cabriolet, est. €230.000 – 270.000 HB €200.000
1970 Porsche 911 S, est. €100.000 – 130.000 €107.300
1971 Porsche 916 prototype, est. €800.000 – 1.200.000 €953.600
2006 Porsche Carrera GT, est. €750.000 – 850.000 HB €670.000
1993 Porsche 911 964 Turbo 3.6, est. €180.000 – 240.000 €232.400
2018 Porsche 911 991 Turbo S Exclusive Series, est. €280.000 – 380.000 €353.300
1960 Porsche Typ 218 Standard Tractor, est. €15.000 – 25.000 €15.500
1974 Porsche 911 Carrera 2.7, est. €130.000 – 180.000 HB €120.000
Prijzen zijn inclusief toeslagen. HB is hoogste bod, auto niet verkocht.
Binnenkort een terugblik op de resultaten van RM Sotheby’s en Bonhams in Parijs en een totaaloverzicht.
Foto’s: Artcurial