Afgelopen weekend had veilinghuis RM Sotheby’s zijn tweede veiling in Florida aan het begin van het jaar. Een ietwat minder prestigieus evenement dan de Amelia Island veiling, maar armoe troef was het ook niet bepaald. Voor de meest recente telgen uit de Porsche familie verliep het wat stroever.

336 auto’s

336 auto’s gingen onder de hamer en er was een groot aanbod aan auto’s onder de 100 duizend dollar. Duurste auto’s waren twee Mercedessen van het type 300 SL. Een SL was van het type Gullwing, uit 1957, die voor bijna 1,2 miljoen dollar naar een nieuw onderkomen ging. De tweede was een 300 SL Roadster uit 1962, die ruim 1,5 miljoen dollar opleverde. De klassieke 300 SL blijft een gewilde auto en dat kost een paar centen voor het juiste exemplaar. Een Ferrari 365 GTB/4 Daytona Spider ‘conversion’ had even de ambitie om de derde duurste auto te worden, maar verkocht niet na een hoogste bod van 675 duizend dollar. Een Packard Twin Six Individual Custom Sport Phaeton uit 1932 werd verkocht voor 374 duizend dollar en nam deze derde plaats voor zijn rekening.

Zonnige kant

Porsche blijft sterk vertegenwoordigd en gewild. Toch waren de estimates doorgaans aan de zonnige kant. De 930 Turbo deed het in dit opzicht goed, maar de jongste familieleden hadden het moeilijker. Zowel de 997 GT3 RS als de GT2 RS wisselden niet van eigenaar. Aan de kilometerstand zal het niet gelegen hebben, want met 16 duizend miles voor de GT3 en 7600 miles voor de GT2 waren die niet hoog. Ook de verkoop van de 991 R, de auto die al snel tot een speculatie object verworden is, wilde niet erg vlotten. In eerste instantie bleef het bij een hoogste bod van 285 duizend dollar, maar kennelijk zijn koper en verkoper er later uitgekomen en is de Porsche voor 300 duizend dollar naar een nieuwe eigenaar gegaan.

De resultaten:

2003 Porsche 911 996 Carrera Cabriolet, est. $15,000 – 20,000 $20,900
1988 Porsche 911 Carrera Cabriolet, est. $35,000 – 45,000 $34,100
1996 Porsche 911 993 Turbo, est. $160,000 – 190,000 $160,000
1987 Porsche 911 930 Turbo, est. $80,000 – 100,000 $101,750
1989 Porsche 911 930 Turbo Cabriolet, est. $70,000 – 80,000 $94,600
2011 Porsche 911 997 GT3 RS, est. $165,000 – 195,000 HB $145,000
1973 Porsche 911 E Targa, est. $115,000 – 130,000 HB $100,000
1973 Porsche 911 T Targa, est. $130,000 – 150,000 $115,500
1971 Porsche 911 S Targa, est. $150,000 – 175,000 $140,250
1988 Porsche 944 Turbo Cup, est. $50,000 – 60,000 $49,500
1994 Porsche 911 964 Carrera 4 ‘Turbo Look’, est. $130,000 – 140,000 HB $110,000
2005 Porsche 911 996 Turbo S Cabriolet, est. $60,000 – 70,000 $64,900
1993 Porsche 911 964 Carrera 2, est. $100,000 – 120,000 $79,750
1967 Porsche 911 S, est. $150,000 – 175,000 HB $125,000
1977 Porsche 911 930 Turbo, est. $100,000 – 130,000 $121,000
2011 Porsche 911 997 GT2 RS, est. $425,000 – 475,000 HB $400,000
2016 Porsche 911 991 R, est. $325,000 – 375,000 $300,000

Verkoopprijzen zijn inclusief toeslagen. HB is hoogste bod, auto niet verkocht.

Uiteindelijk werd 72 procent van de 336 auto’s verkocht. Niet een spectaculair hoog aantal, maar desondanks wist het veilinghuis 19 miljoen dollar binnen te halen. Toch flink wat meer dan de 17,3 miljoen in 2017 en toen werden er zelfs meer dan 400 auto’s geveild met een verkooppercentage van 76 procent. Geen reden tot klagen dus.