ClassicWorld voor klassieke 911 en 356 – interview René van der Wal

René van der Wal is eigenaar van ClassicWorld, gevestigd in Erlecom. Vanachter zijn laptop speurt hij wereldwijd naar bijzondere Porsches voor een redelijke prijs. De kick om iets bijzonders te vinden, daar gaat het hem om. Zijn klanten bevinden zich in heel Europa. (tekst gaat verder onder de foto’s)

Hoe is het allemaal begonnen met de Porsches?

“Toen mijn broer en ik net ons rijbewijs hadden en weinig poen, kochten we de beste Porsche die we konden betalen; een 3.0 SC. Dat was natuurlijk een belabberde exemplaar. De motor had een keer in brand gestaan waardoor de kabelboom was verbrand en het werd al snel een project dat we niet meer konden betalen als studenten. Uiteindelijk hebben we ‘m verkocht en zijn we met Kevers verder gegaan.”

Wanneer kwamen de Porsches weer in beeld?

“Toen we gingen werken, hielden we op een bepaald moment weer wat geld over en omdat ik op zoek was naar een Volvo XC90 zijn we in de VS beland. Daar bleek die auto een stuk minder duur tweedehands, zelfs na belasting en importkosten. En toen dat eenmaal goed ging, ontdekten we dat ook klassieke Porsches daar minder duur waren.”

Dat werd meteen een miljoenenbedrijf?

“Nee hoor, we hadden een telecombedrijf waarmee we een aardige boterham verdienden. Dit was puur hobby. Het ging puur om de kick om iets leuks te kopen – en dat geldt vandaag de dag nog steeds. Zeldzame modellen vinden waarvan er weinig gemaakt zijn is echt geweldig leuk. Op een gegeven moment liep de hobby uit de klauwen en hebben we er een bedrijf voor opgericht, mijn broer in Haastrecht en ik hier, onder de rook van Nijmegen. Het telecombedrijf hebben we pas vorig jaar verkocht.”

Hoe komen jullie aan de auto’s?

“We kunnen natuurlijk niet voor elke bezichtiging naar Amerika vliegen, dus contacten met lokale specialisten zijn van ongekend belang. Veel tips voor goede auto’s komen van agenten die veel contacten hebben in hun netwerk met eigenaren van exclusieve auto’s en veel bij privéliefhebbers en handelaren komen. Zij leggen op hun beurt contact met ons om te zien of wij interesse hebben. Soms werkt het natuurlijk ook andersom en zoekt een klant naar een bepaald model en gaan wij op zoek bij onze agenten en privépersonen. Zo is bijvoorbeeld een klant van ons op zoek naar een 356 Convertible D. Die kun je beschouwen als de opvolger van de Speedster en wordt eigenlijk meegezogen in de enorme prijsstijging die de Speedster de laatste jaren ondergaan heeft.”

Is het een kwestie van kopen en direct doorstoten?

“Bij de 356 wordt de spoeling steeds dunner en soms vind je maar vier of vijf goede exemplaren in een jaar. Dat zijn overigens ook projecten, want we verkopen niet veel in concoursstaat. Soms kiezen we ervoor om zulke auto’s in Nederland of Duitsland te laten restaureren bij gerenommeerde specialisten waar wij regelmatig mee samenwerken. Dat restaureren doen we voor onszelf. In principe nog niet voor klanten, want dat kunnen we niet aan en geeft stress omdat iets op tijd klaar moet zijn.”

Wat was je mooiste aankoop?

“Dat zijn er een aantal, maar degene die me het best bijstaat, is de 1953 Porsche 356 Pre-A, die ik tien jaar geleden voor 11.000 dollar kocht op een website in Amerika. Dat was een dag voordat ik op vakantie ging. Ik had nog nooit van een ‘Knickscheibe’ toen gehoord, maar het leek me bijzonder en ik heb de auto gelijk gekocht. Op vakantie heb ik pas gekeken wat ik precies had aangeschaft. Heel oud en redelijk zeldzaam, zo’n auto.”

Maar in Europa was de kennis ook gering voor dit soort modellen, toch?

“Klopt. Opvallend is dat ook de Duitsers zelf een aantal jaar geleden weinig belangstelling hadden voor dit soort ouwe troep. Omdat er niets vergelijkbaars op internet stond, hebben we maar een redelijke prijs aangehouden. We hebben de auto vrij snel verkocht, maar na een paar keer van dit soort acties, zagen we dat anderen ook begonnen te jagen op Pre-A’s en daardoor werd het voor ons ook moeilijker om aan goede betaalbare exemplaren te komen. Soms zetten we auto’s daarom bewust maar niet op internet.”

Kopen jullie ook auto’s van particulieren in de VS?

“Soms, via Amerikaanse verkoopsites inderdaad, maar dat brengt tevens risico’s met zich mee. We hebben daar al twee keer flink geld verloren mee verloren. De eerst keer doordat een kerel aan wie we geld overmaakten naar het ziekenhuis rende en zich liet opereren aan keelkanker, de tweede keer toen we een 3.0 Targa kochten van een man die dezelfde auto al drie keer had verkocht. Hij heeft een keer 500 euro terugbetaald en toen was ‘ie niet meer te traceren. Vooral op eBay en dergelijke moet je oppassen.”

Wat voor andere manieren zijn er om auto’s te kopen daar?

“Bijvoorbeeld via veilingen. Maar ook via een aantal agenten die voor ons zoeken. Zo’n man moet je wel tevreden weten te houden, want als je niets koopt, stoppen ze na een tijdje met aanbieden. Maar tot nu toe gaat het prima. We hebben op dit moment dertig auto’s onderweg naar Europa, zoals een 356 A coupé in de kleur Hell Elfenbein met schuifdak in rood leer. Of een Convertible D uit 1959, zilver metallic met rood leer. Topcombi’s wat mij betreft.”

Koop je ook in Europa?

“Soms. We stonden altijd op het MECC en dan hadden we vaak een Split Window of Knickscheibe bij ons en dan krijg je als vanzelf ook weleens zo’n auto aangeboden. Zo kregen we een keer een Split Window aangeboden van een man die Mercedes 300 SL’s verzamelde. Kennelijk moest hij een restauratie financieren, maar wij waren in ieder geval erg blij met zijn 356 uit 1951.”

Kun je bij jou iedere dag van de week binnenlopen?

“Er is eigenlijk altijd wel iemand, maar een belletje vooraf is wel handig. Zo kwamen er gisteren onaangekondigd vier Fransen langs, waarvan er eentje een Harley Davidson wilde kopen. Maar die stond net bij het revisiebedrijf en daar kon hij niet terecht. We verkopen veel aan Fransen maar onze auto’s gaan ook naar Duitsland, België, Italië, Nederland, Spanje en het Oostblok. Omdat de prijzen van restauraties daar lager liggen, gaan veel restauratieprojecten die kant op.”

Wat is jullie specialiteit?

“Auto’s waar soms nog een beetje werk aan zit, maar in alle gevallen leuke auto’s voor de beste prijs. Veel 356’s en 911’s tot en met 1987, dus de F- en G-modellen. Die grens houden we overwegend aan vanwege de invoerrechten, die bij oudere auto’s zes in plaats van 35 procent bedragen. We zijn ook gek op Soft Window Targa’s , 911S jes – dus met een uitritsbare achterruit – of de Ölklappe-modellen uit 1972. Voor iedere auto is een markt, ook voor halve auto’s of exemplaren waar helemaal geen bodem meer in zit. Ik verschuif wel langzaam van het middensegment naar de wat duurdere exemplaren, zoals de 356 pré-a Speedster en de Convertible D. We hebben nog twaalf 356 carrosserieën, die we nu verkopen.”

Hoe gaat het met de Porsche-markt?

“Het is niet meer zo gek als twee jaar geleden, toen ik ze gewoon kon uitdelen. Maar de meer bijzondere Porsches gaan nog steeds erg goed. Een 911 3.0 SC bijvoorbeeld is een prima auto, maar daarvan zijn er natuurlijk wel 75.000 gemaakt, die vind ik dan weer wat minder interessant. Ik vind het prima dat de prijzen wat stabiliseren, want ik heb heel vaak auto’s verkocht met winst, maar als ik er daarna nog een wilde kopen, moest ik alweer meer betalen dan voor de auto die ik net had verkocht. Daar moet je tegen kunnen, anders gebeurt er nooit meer iets. Op dit moment zijn de prijzen stabiel en de prijzen voor heel zeldzame auto’s stijgen nog.”

Hoe gaat het nu de markt stabiliseert?

“Nog steeds goed. Van de dertig auto’s die op dit moment onderweg zijn, is een flink aantal nu al ongezien verkocht. Mijn grote voordeel is bovendien dat ik niet volledig van Classics World afhankelijk ben en ik hoef dus geen minimaal aantal auto’s te ‘draaien’ om de zaak in leven te houden. Ik laat me leiden door passie en liefhebberij en niet door geld. Het voelt voor ons nog altijd als een hobby en daarom leggen wij onze liefde en passie voor klassiekers volledig in de schaal om klanten zo goed mogelijk te bedienen. Iedereen is altijd welkom voor een kop koffie om zijn wensen te bespreken.”